Gerard Reve – Een circusjongen

10,00

Zeer goed (zie omschrijving)

Auteur Gerard Reve

Taal Nederlands

Hardcover linnen gebonden met omslag

Prijs inclusief verzendkosten

Voor 16.00 besteld is dezelfde dag verzonden

30 dagen bedenktijd en gratis retourneren

Categorie:

Beschrijving

Conditie zeer goed – omslag heeft wat lichte gebruikssporen boek in nieuwstaat

  • Nederlands
  • Hardcover linnen gebonden met omslag
  • 9789020427226
  • Druk: 6
  • 174 pagina’s
  • afmeting 21 x 15 x 2,5 cm

 

Samenvatting

Het eerste verhaal is een geboorteverhaal, waarin sterk benadrukt wordt dat de schrijver is gedoemd te leven, en slecht te zijn. Vervolgens treffen we de auteur aan in zijn kasteel La G., in gezelschap van zijn vriend Jakhals. Al spoedig krijgt hun samenzijn een sterk erotisch karakter en begint de schrijver aan Jakhals bedverhalen te vertellen om hem op te winden. Na begonnen te zijn aan het onwaarschijnlijke verhaal over een Mesties waait hem al snel een herinnering aan uit zijn jeugd: hoe hij in een zomerkamp de jongen Wijnand vernederde en bestrafte. Na nog een fragment van het onvoltooide Mestiezensprookje volgt dan het verhaal over Wijnand… De schrijver, een jongen van tien, elf jaar, bevond zich eens geheel alleen in een van de barakken van een zomerkamp, waarna Wijnand de barak binnenkwam -de enige jongen in het kamp die hij hevig vereerde. Wijnand pakt een door de schrijver gebroken beeldje in zijn handen, juist als een van de jeugdleiders binnenkomt. Wijnand krijgt de schuld en wordt afgeranseld, waardoor de jonge schrijver klaarkomt van opwinding. Jakhals overkomt, geheel volgens plan, hetzelfde, waarna hij in slaap valt. De schrijver-verteller blijft eenzaam en in stilte achter, en hij denkt terug naar een herinnering van bijna zeven jaar geleden… ‘Het verhaal over de doodkist’ beschrijft de schrijver in zijn woning in Friesland. Hij krijgt dikwijls bezoek van Jurgen en diens vrouw Gabi, en aan hen had hij al enkele malen verteld over zijn plan om een doodkist te gaan kopen of bestellen. Morgen, vertelt Jurgen de schrijver, zal hij hem komen ophalen om samen naar een doodkistenmaker te gaan. Nadat deze afspraak is gemaakt vertrekken Jurgen en zijn vrouw en de schrijver blijft alleen achter en kan niet in slaap komen. Al piekerend had hij aan die nacht – zeven jaar geleden dus – moeten terugdenken aan een gebeurtenis die nog weer zeven jaar verder in het verleden lag: aan de belevenissen met Harry. De schrijver en zijn vriend Wimie nemen Harry op een zekere avond mee naar huis, half uit geilheid, half tegen hun zin. Eenmaal thuisgekomen wil Harry echter uitsluitend ‘neuken!’ en de schrijver ziet geen andere mogelijkheid dan aan Harry’s verlangen toe te geven, wat leidt tot een vorm van geslachtsgemeenschap die hijzelf als ‘walgelijk’ en ‘vernederend’ ervaart. Na een korte schets van de situatie in kasteel La G. wordt de geschiedenis van Harry voortgezet. Harry blijkt banketbakker te zijn, en na zijn eerste bezoek komt hij de schrijver en Wimie nog enkele malen verrassen met grote, smakeloze taarten. Jakhals slaapt nog steeds en de schrijver mijmert voort. Zijn gedachten komen bij de volgende ochtend, na die nacht in Friesland… Jurgen was de afspraak niet vergeten en de doodsangstige schrijver probeert de afspraak uit te stellen, maar aangekomen bij de doodkistenmaker, komt men te weten dat deze zojuist overleden is en diezelfde dag zou worden begraven. Jakhals wordt wakker en vraagt wat voor een beeldje de schrijver had gebroken in dat zomerkamp. De schrijver beschrijft een Mariabeeldje (‘het beeld had iets op de arm gedragen’), Jakhals gaat weer slapen en de schrijver spreekt een soort gebed uit. Dan begint een nieuw verhaal, waarin de schrijver vertelt hoe hij ‘niet altijd een schrijver is geweest’, maar al heel jong privé-chauffeur was voor een oude dame, en na haar dood een eigen vrachtwagen verwierf, waar hij tijdens lange eenzame ritten fantasieën bouwde ‘van verwerpelijke en zeer onkuise aard’. In zijn liefste jongensfantasie dacht hij aan een broertje en een zusje, die woonden bij een drankzuchtige oom en die bij het zien van een foto van hun moeder, met elkaar verkeerden. Op zekere dag moet de chauffeur een lading vervoeren en laat een liftende figuur instappen met wie hij ‘iets wil dat ongehoord en verschikkelijk en onherroepelijk zou zijn’. Hij probeert aan koele en zakelijke dingen te denken, maar dat lukt niet. Zijn gedachten gaan namelijk terug naar zijn enige broer Frits, wiens dood hem een levensgevaarlijke koorts bezorgde. Hij geneesde, maar in een flits van dwaze haat zoekt hij iemand die schuld zou hebben aan Frits’ dood: misschien zijn vriendinnetje Titia ? Op een parkeerplaats lokt de chauffeur de lifster in het woongedeelte van de vrachtwagen en verkracht haar op brute wijze. Het meisje blijkt Titia te heten en krijgt na te hebben ontvlucht een lift van een lijkwagen. In een latere fase van zijn leven is de chauffeur een gevierd schrijver geworden, die regelmatig bij de vorstin op bezoek gaat. Haar vraag naar de aangrijpendste ervaring uit zijn leven doet de schrijver eerst aarzellen, waarna hij een oorlogsverhaal begint te vertellen. Het is het verhaal over een oorlogsincident, waarbij de schrijver (als luitenant) en zijn maats Johnny en Matroos betrokken zijn. Bij een beschieting komen Johnny en Matroos om het leven, de schrijver blijft ongedeerd. Dat hij hevig verliefd was op Johnny, verzwijgt hij voor de vorstin. De vorstin is onder de indruk van het verhaal, maar de schrijver weet zeker dat hij het nooit op zou schrijven. De vorstin deelt hem mee dat hij op grond van zijn schrijverswerk benoemd zal worden tot Ridder in de Order van het Eeuwig Kruis, tenzij er bezwaren tegen hem zullen worden voortgebracht. De schrijver vreest ontdekt te worden, maar wordt inderdaad uitgenodigd voor de uitreiking. De belangrijkste van de twaalf nieuwe ridders blijkt een non te zijn, gewond geraakt bij het redden van kinderen uit een brand. De schrijver meent haar te herkennen en ontvlucht het feest wanneer hij haar naam hoort: Titia. De vorstin had hem echter direct na de plechtigheid ontboden, en als hij daar verschijnt, verzoekt ze hem Titia plaats te willen geven in zijn nieuwe boek. Hij belooft hun dit, ze spreken nog over zonde en genade, en de schrijver besluit een bedevaart te ondernemen: voor zichzelf, maar ook namens de vorstin.

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Gerard Reve – Een circusjongen” te beoordelen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *